vrijdag 23 augustus 2013

No man is an island

afb. 1: grumpy cat
In het vorige blogbericht schreef ik dat ik me zorgen maakte over de manier waarop sommige mensen hun hele doen en laten op Facebook deelden met hun netwerk. Klakkeloos, zonder over de gevolgen na te denken. De laatste weken ben ik nóg sceptischer geworden: mijn dochter vertelde me dat iemand van buiten haar netwerk contact met haar had opgenomen. Ze liet me zien hoe dat mogelijk is, zelfs als het profiel niet openbaar is. Sinds enkele weken ben ik weer een illusie armer...

In haar boek In 80 dagen de virtuele wereld rond [2] beschrijft Martine Delfos de taken van opvoeders in de verschillende ontwikkelingsfasen van het kind. In de eerste levensjaren moet de opvoeder het kind beschermen, later begeleiden in zijn zoektocht. De eigen jeugdervaringen kunnen hierbij als leidraad dienen.

Maar als opvoeder kan ik - net als velen van mijn generatie - niet putten uit ervaringen met Internet, mobiele telefonie en virtuele media. Ik weet nog hoe het is om geen vaste-telefoonaansluiting te hebben. Mijn tienerjaren waren gsm-loos. Mijn vrienden en ik stonden niet constant met elkaar in verbinding. Ik ben zelfs nu nog niet op de hoogte van alle nieuwe (on)mogelijkheden van het mobiele netwerk. Hoe kan ik dan mijn kinderen beschermen en begeleiden? Hoe moet ik hen duidelijk maken welke nadelen kleven aan het overal bereikbaar zijn?

Keep in touch?
Eind jaren '90 kreeg ik voor het eerst een mobieltje. Ik reed in een oude auto rond en mijn broer vond het belangrijk dat ik altijd iemand kon bereiken als ik met pech aan de kant van de weg kwam te staan. De eerste keer dat ik mijn mobiel wilde gebruiken, was mijn nummer geblokkeerd: ik had mijn tegoed niet binnen het jaar opgewaardeerd.

In de tussenliggende jaren zorgde ik ervoor dat ik regelmatig belde en leerde ik sms-berichtjes versturen. Ik merkte dat ik het fijner vond om te sms-en. Misschien omdat ik het idee heb dat ik mensen dan niet stoor. Ik weet echter dat dit een waanbeeld is: als ik zelf opgepiept word, is dat ook meestal wanneer ik net met iets bezig ben. Ook ik ken de Pavlov-reactie die dat piepje teweeg brengt.

En daar ligt de wortel van mijn aversie jegens mobieltjes. Het dwingende geluid waarmee je uit je concentratie gehaald wordt. Het geluid dat je dwingt je bezigheden te staken. Het "altijd bereikbaar moeten zijn" zorgt er daarnaast voor dat het moeilijker is geworden om een echt gesprek te voeren. Op het moment dat het mobieltje piept, gaat dat gesprek voor: Why is the person on the other end of the phone deemed more important than the person who's actually sitting next to you? [2]

Eilandbewoners ...
Enige tijd geleden liet mijn dochter mij foto's zien van een avondje-uit met vrienden. Er werden geen gesprekken gevoerd. Allen waren bezig met hun smartphone. Wat is de meerwaarde van dergelijke gezamenlijke activiteiten als ieder op zijn eigen "eiland" zit?

Connected!
Het toppunt van dit eilandgedrag zag ik vorige maand in de bus: samen met mij stapte een jong stel in dat tegenover me ging zitten. Het meisje begon driftig te sms-en, de jongen bekeek zijn mobiel. Toen het meisje klaar was met het schrijven van haar berichtje, zei ze "je hebt een nieuw bericht", waarna de jongen begon te typen. Daarna zei hij "je hebt antwoord". Dit hielden zij de hele reis vol. Het waren de enige twee zinnen die zij met elkaar spraken. En ik had medelijden met hen: wat een sociale armoede!

... en vergadertijgers
Het allerergst vind ik echter de vergaderingen waarbij de tafel bezaaid ligt met mobiele apparatuur die regelmatig geraadpleegd moet worden. Je bent pas belangrijk als je mobieltje afgaat en je even de vergaderruimte kunt verlaten om het gesprek op de gang aan te nemen. Heeft iemand zich wel eens afgevraagd hoeveel kostbare tijd er op deze manier verloren gaat? Vergaderingen kunnen de helft korter en twee keer zo effectief zijn, wanneer alle deelnemers zich alleen maar richten op de te bespreken onderwerpen en zich niet continu laten afleiden. 

Zet 'm uit!
Daarom staat mijn mobiel regelmatig uit! Deze controle-freak houdt nog steeds zelf de regie in handen! Toch wordt dat steeds moeilijker. Zeker nu mijn kinderen ouder worden en de mogelijkheden van het mobiele netwerk groter zijn. Ik weet niet waar het uiteindelijk zal eindigen. Wel hoop ik dat deze generatie jongeren een balans weet te vinden tussen online en offline bezigheden met vrienden, want zij zijn de opvoeders van morgen. Alleen zij kunnen er voor zorgen dat de sociale verarming niet verder doorzet.


Bron:
1. Delfos, M. (cop. 2012) In 80 dagen de virtuele wereld rond : de weerslag van een lectoraat. - Amsterdam : SWP
2. Clover, A. (2013) Learn love in a week. - London : Century. P. 51
Bron afbeelding 1:
http://www.knowmemes.com/the-worst-life-grumpy-cat-2/
Bron titel:
Donne, J. (1624) Devotions upon emergent occasions and seuerall steps in my sicknes - Meditation XVII. Gedownload van: http://www.phrases.org.uk/meanings/no-man-is-an-island.html






2 opmerkingen:

  1. De toekomst van online is offline, lijkt een troostende gedachte te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Inderdaad, Hans.

      Toch ben ik niet de enige die bezorgd is over de ontwikkelingen die ik signaleer. Uit het artikel "Intermenselijke wijsheid" (Kunstzone 2013, nr. 5, pp. 16-17) blijkt dat ook docenten en theatermakers het verontrustend vinden wanneer jongeren niet meer face-to-face met elkaar blijven praten, maar zichzelf afhankelijk maken van hun mobiele telefoons.

      Verwijderen